Vooraf
NRC Handelsblad schreef op 23 en 24 mei 2018 een uitlating toe aan de heer Pieter Kalbfleisch. Het hoofdredactionele commentaar van 24 mei hierover: ‘De opmerking van P. Kalbfleisch, lid van de commissie-Deetman die het onderzoek deed naar seksueel misbruik en geweld in de Katholieke Kerk, dat ‘niemand van werken ooit slechter is geworden’, is ronduit een belediging en een blijk van hetzelfde paternalisme dat de uitbuiting in deze gestichten ooit mogelijk maakte’. En verderop: ‘Het wekt tenminste verwondering dat de commissie-Deetman die misbruik en geweld binnen de Katholieke Kerk onderzocht, deze kwestie niet bij het onderzoek wilde betrekken’.
Niet valt in te zien waarom de krant meende deze bewering toe te kunnen schrijven aan de heer Kalbfleisch en op basis van de publicatie hiervan de onderzoeken onder leiding van de heer Deetman opnieuw in diskrediet te brengen. Vanaf 24 mei is door de heer Bert Kreemers namens de voormalige commissie Deetman tegenover de hoofdredactie en betrokken redacteur van NRC Handelsblad in diverse berichten uitdrukkelijk afstand genomen van deze bewering en met de nodige onderbouwing van feiten gewezen op de ongegrondheid ervan (zie hiervoor ook elders in deze rubriek mededelingen en reacties).
De reactie van de heer Kreemers zou NRC Handelsblad ten overvloede aanleiding hebben moeten geven om de bewering in de krant in te trekken dan wel duidelijk te maken dat degene aan wie de gehekelde uitlating is toegeschreven stelt deze niet te hebben gedaan en dat diverse aanwezigen hem hierin bijvallen. Bij twijfel of de heer Kreemers namens de heer Kalbfleisch afstand nam van de bewering, zoals de betrokken redacteur op 22 juni suggereerde, had het reeds op 24 mei op de weg van NRC Handelsblad gelegen hierover navraag te doen.
Ruim een maand later vulde NRC Handelsblad, in reactie op een concept-klacht bij de Raad voor de Journalistiek, uitsluitend op de website van de krant het bericht van 23 mei aan: ‘Aanvulling 27 juni 2018: Per brief van zijn advocaat Germ Kemper heeft Pieter Kalbfleisch op 21 juni 2018 gereageerd op de aan hem toegeschreven uitlating in dit artikel. Kemper schrijft: ,,Kalbfleisch heeft zich nimmer uitgelaten in bewoordingen als door NRC-Handelsblad weergegeven, en evenmin overigens iets gezegd met dezelfde en onjuiste strekking”.’
De heer Kemper reageerde op 3 juli: ‘(…) Het wordt dezerzijds gewaardeerd dat op de site van NRC-Handelsblad nu verwezen wordt naar de reactie van de heer Kalbfleisch. Het blijft daarnaast enige verbazing wekken dat aan uw zijde pas nu is doorgedrongen dat mijn cliënten de juistheid van het aan de heer Kalbfleisch toegeschreven citaat betwisten. Alleen al uit de van ruime feitelijke onderbouwing voorziene mededeling dat de strekking van het citaat niet valt te rijmen met de werkzaamheden van, oorspronkelijk, de heer Deetman en vervolgens van de commissie waarvan de heer Kalbfleisch deel uitmaakt, had al eenvoudig kunnen worden afgeleid dat het citaat kant noch wal raakt. Het is jammer dat u niet op mijn argumentatie bent ingegaan dat het citaat niet valt te rijmen met de werkzaamheden van oorspronkelijk de heer Deetman en vervolgens van de commissie waarvan de heer Kalbfleisch deel uitmaakt. Hoe dat zij, mijn cliënten zien op dit ogenblik, en onder voorbehoud van al hun rechten, af van stappen. Zij zullen op gepaste wijze het publieke debat voortzetten wanneer daarvoor aanleiding is’.
Ook is tegenover NRC Handelsblad op basis van de feiten de bewering weerlegd dat de commissie Deetman uitbuiting in betrokken gestichten niet bij het onderzoek wilde betrekken. De problematiek van bovenmatige arbeid heeft zonder enige restrictie aandacht gekregen (zie hiervoor eveneens elders op deze website).
Bijlagen